Boem! Daar lag ik naast mijn fiets. Net terug van twee maanden reizen, energiek en happy, ging er iets mis bij het wegrijden. Een stom ongeluk; de situatie ter plekke, een kuiltje, een bergje.
Dat ging best hard, dacht ik nog en wilde opstaan. Oef, dat lukte dus niet. Daar zat ik op handen en knieën, inmiddels een beetje misselijk en duizelig. Twee aardige dames schoten me te hulp en hebben me op mijn billen gedraaid. Geen idee of dat goed was, maar het was het enige waarmee ze me op dat moment van dienst konden zijn.

En toen ging het hele circus draaien. De meldkamer: U ligt toch niet op het spoor? Twee aardige politiemannen die een geruststellend praatje met me maken en voor mijn spullen zorgen. Van één van hen vind ik na een paar dagen een voicemail berichtje: Ik ben benieuwd hoe het met u gaat. De ambulance, gelukkig zonder sirene, met opgewekte zeer kundige verplegers die me zo goed als pijnloos op de brancard weten te tillen en me naar het ziekenhuis vervoeren. De EHBO afdeling met veel lieve zorgzame mensen. En dan twee van mijn zonen die opeens naast mij staan. Mam, ga je daar nu al mee beginnen? Humor op pijnlijke momenten, dat kan ik best waarderen. Vervolgens de röntgenkamer en kort daarop het niet echt verlossende woord van de arts-assistent. Een gebroken heup en de enige optie is het plaatsen van een complete heupprothese.

Tja, dan heb je dus opeens niets meer te vertellen. De dag erna volgde de operatie onder volledige narcose. Ik heb nog ruim twee weken in een revalidatiecentrum gebivakkeerd en toen wilde ik naar huis. Het behandelingsgesprek werd een eindgesprek. Ik had alles al zo voorbereid dat ik me, eenmaal thuis, alleen zou kunnen redden.

Inmiddels ben ik drie maanden verder. Nog steeds aan het revalideren en mijn energie komt langzaamaan weer terug. Shit happens, schrijf ik ergens op mijn website, het gaat om wat je er vervolgens mee doet.
Ik realiseer me eens te meer hoe bijzonder het is dat ik fysiek gezond ben, dat ik überhaupt kan lopen. Dat ik mentaal gezond ben, dat ik mijn zegje kan doen. Dat ik artsen om opties kan vragen en niet klakkeloos alle pijnstillers slik die ik krijg aangeboden. Kortom, ik ben in staat om zelf de regie te houden, ook als het eventjes niet meezit. Dat ik niet emotioneel blijf hangen in wat er is gebeurd. Dat ik kijk naar wat ik wel weer kan, in plaats van wat nog niet. En dat ik daar blij van word.
En last but not least, hoe fijn het is om mijn kinderen, familie, buren en vrienden om me heen te hebben. Met dank aan al het lieve bezoek, de wasjes, de boodschapjes, de kopjes koffie samen en de gesprekken. Soms serieus, maar ik heb gelukkig ook veel kunnen lachen.

We hebben elkaar nodig. Ik heb ervan geleerd hulp te durven vragen en te genieten van het feit dat al die mensen voor mij kwamen. Helpen, daar was ik al goed in.